Hoe werken zonnepanelen?

Zonnepanelen worden gebruikt om de energie van de zon om te zetten in stroom. Daar is natuurlijk wel een bepaald proces voor nodig. Het is goed om te weten hoe dit proces werkt. Het opwekken van stroom uit zonne-energie werd al in de negentiende eeuw ontdekt door de Franse geleerde Becquerel. Daarvoor was silicium nodig als halfgeleider. De energie van de zon maakt hierin elektronen los. Dat zorgt voor stroom. De stroom kan dan door de panelen gaan lopen. Dit werkt al bij geringe mate van zonlicht, bijvoorbeeld indirect zonlicht.

Zonlicht is altijd nodig
Het is wel belangrijk om te begrijpen dat zonlicht wel altijd nodig is. Wanneer een reeks panelen wordt neergelegd waarvan een deel in de schaduw ligt, zal de stroom in dit deel zwakker worden. Wel wordt er gebruikgemaakt van zogenaamde bypass diodes. Daardoor kunnen delen van de serie panelen worden overgeslagen. Daarnaast zijn er nog andere zaken waar rekening mee gehouden moet worden. De hoogte van de buitentemperatuur is hier een voorbeeld van. Bovendien loopt het rendement langzaam iets terug. Dit gaat om ongeveer een half procent per jaar.

De stroom omvormen
Om de stroom die in de zonnepanelen is opgewekt te kunnen gebruiken, is een omvormer nodig. Die zet de opgewekte stroom om in wisselstroom, waardoor het bruikbaar wordt in huis. Het systeem is er zo op ingericht dat op elk moment de maximale hoeveelheid stroom kan worden geproduceerd aan de hand van de omstandigheden op dat moment. Dit is ook de reden waarom de omvormer zo dicht als mogelijk bij de panelen moet worden geplaatst. Zo wordt het verlies bij omzetten zo veel als mogelijk beperkt. Door deze methode kan na 3 jaar al milieuwinst worden geboekt.